Bijdrage aan ronde tafel LHBT emancipatiebeleid Nederland

Onze bijdrage aan de recente Ronde Tafel LHBT emancipatie draait om cisheteronormativiteit en andere, betere zorg als middelen voor een beter transleven. De minister van OCW – verantwoordelijk voor (LHBT)-emancipatie vroeg om input voor de komende periode, een halverwege evaluatie dus. Dit is wat wij schreven.

VREERWERK OVER (LHB)T EMANCIPATIE

De hoofdlijnenbrief OCW Emancipatie meldt vier punten:

  • participatie in het licht van de gevolgen van de economische crisis,
  • sociale veiligheid van vrouwen, meisjes en LHBT’s
  • verschillen tussen jongens en meisjes in het onderwijs
  • internationale polarisatie.

Onze opmerkingen vallen sterk onder de punten “b) sociale veiligheid van vrouwen, meisjes en LHBT’s”, en “c) verschillen tussen jongens en meisjes in het onderwijs”. Een geheel ander punt waar we uw aandacht voor vragen heeft een sterke connectie met het thema. Over de participatie van i.c. transmensen hebben wij weinig toe te voegen – TNN gaat daar mooie dingen mee doen die overigens bij lange na niet voldoende zijn – en reacties op internationale ontwikkelingen zijn bij het COC in goede handen.

De vraag in de uitnodiging “Moet er na 2014 worden ingezoomd op bepaalde, nieuwe, thema’s? Zo ja, welke en waarom?” wordt door ons volmondig met “ja” beantwoord. Onzes inziens dienen de volgende punten per 2015 aan de orde te komen:

  • Bestrijding cisheteronorm
  • Betere transitiezorg en zorgtoegang voor transgenders

BESTRIJDEN CISHETERONORM

De Cisheteronorm gaat er van uit dat iedereen een niet-trans lichaam heeft en hetero is. Tenzij het tegendeel is aangetoond. Consequentie daarvan is de strijd om niet-heterorelaties gelijke rechten te geven als niet-homoseksuele. En dat het een hele klus is om je genderregistratie aan te passen. Want normale mensen (cisgenders) doen dat niet. Dit type samenleving is bijna per definitie ook vrouwonvriendelijk. Heterosamenlevingen met vrouwen die echte gelijke mogelijkheden hebben zijn zeldzaam, ook een geëmancipeerd land als Cuba voldoet er niet aan.

Problemen jegens LHBTI personen vooral te maken hebben met geïnternaliseerde beelden over genderexpressie, hoe een man/vrouw zich hoort te gedragen. Dat wordt duidelijk uit hoe trans- en homofobie werken. En hoe de vooroordelen werken. Ondervraagden over holebifobie melden stelselmatig dat ze problemen hebben met het veronderstelde onmannelijke gedrag van (homo)mannen en het onvrouwelijke (butch)gedrag van (lesbische) vrouwen. De problemen zijn voor transpersonen in Nederland het grootst in de periode van gendertransitie van een herkenbaar gender naar een ander herkenbaar en erkend gender. Overigens gaat het om de perceptie dat iemand holebi, trans of intersekse is. Gender(expressie) normen zijn het grootste probleem hier. Die moeten veranderen. Und zwar schnell.

Wij adviseren de overheid vanaf 2015 hard in te zetten op het bestrijding van gendervooroordelen.

Dat komt holebi’s, trans* en interseksepersonen, maar ook ‘gewone’, cisgender mannen en vrouwen ten goede.. dat gaat niet alleen over rollen maar ook over identiteiten. Nadruk leggen op het bestrijden van gendervooroordelen en het stimuleren van vrije genderkeuze (qua identiteit en qua expressie, voor iedereen – ongeacht cis- of trans/intersex). De koplopers-constructie kan hierbij misschien nuttig zijn. Maak werk van de CEDAW-verplichtingen (art. 5a) in deze.

Twee praktische uitwerkingen:

* Op overheidsgebied alle communicatie zo wijzigen dat nergens om geslacht maar om aanhef wordt gevraagd en laat dit een open (tekst)veld zijn. Behalve in (sommige) medische zaken en voor de persoonsregistratie is het is absoluut onnodig te weten wat de persoon die de medewerker voor zich heeft in zhaar ondergoed heeft. De nieuwe Europese data Protection Directive (art. 20) is ook heel duidelijk over de noodzaak van privacy bescherming.

* Voer overal bij de overheid genderneutrale toiletten in. Geen toegang hebben tot geëigende sanitaire voorzieningen is een ernstige mensenrechtenschending waarvoor een Speciale Rapporteur in aangesteld in de Verenigde Naties. Doorgaans leidt de ‘toiletkwestie’ hier niet tot zulke taferelen als in de VS, maar dat het hier niet extreem is, staat niet gelijk aan geen probleem. Niet alleen non-binair identificerende personen hebben baat bij deze toiletten. Ook transpersonen in transitie en überhaupt eenieder die een toilet nodig heeft. Gehandicaptentoiletten zijn al gendervrij en uw thuistoilet doorgaans ook.

GOEDE TRANS/GENDERZORG

Als tweede en laatste hoofdpunt willen wij uw aandacht richten op een thema dat vooral bij het departement van VWS hoort, de zorg. We brengen het evenwel hier in vanwege de coördinerende rol die OCW hier speelt.

We sommen kort een aantal belangrijke problemen op en geven uitwegen.

  • Voor transgenders werkt het recht op gezondheid zachtst gezegd niet optimaal.

  • De bestaande transgenderzorg is niet respectvol naar de zorgzoekende burger die medische ondersteuning zoekt want benadert de hulpvrager als iemand met een psychische stoornis. De beschikbare zorg sluit niet aan op de wensen.

  • De zorgvrager wordt bestraft voor het kiezen voor “gedeeltelijke” behandeling middels vertragende extra gesprekken met de psycholoog of arts. Behandelteam ontkent wat de zorgvragers zeer regelmatig aangeven.
  • Transgenders worden gescreend op lijden en krijgen daarvoor een psychiatrische diagnose. Deze lijkt nog zeer veel op de oude (DSM-IV, ICD-10) genderidentiteitsstoornis en erkent de autonomie van de zorgvrager noch dat genderdiversiteit an sich geen behandeling behoeft.

Natuurlijk moet de patiëntenstop van het VUmc worden opgelost, bij voorkeur door op meer plaatsen zorg in te kopen. De VUmc poli kan fors afgeslankt worden als er niet meer standaard een psychiatrische diagnose nodig is. Dr. T’Sjoen van genderteam Gent stelde recentelijk al dat slechts een heel kleine groep misschien risico loopt (Zizo, 31-3-14, http://www.zizo-online.be/interview-professor-tsjoen-over-de-rechten-van-transgenders). Dat filter je er bij informed consent ook wel uit. Onderzoek van het in New York gevestigde Callen Lorde centre for LGBT Health onder ruim 1100 zorgvragenden toont 0% “spijtoptanten” zonder diagnose (Eisfeld & Radix in Informierte Zustimung in der Trans* Gesundheitsversorgung. Zeitschrift für Sexualforschung, 2014:1, pp.31-43)… )

De financiële bottleneck in Nederland zit bij de psychologen, want de GD diagnose wordt niet vergoed wegens ontbreken DBC/DOT1. – Middelen zie nu gaan naar een absurde verplichte diagnose van Genderdysforie, kunnen beter worden ingezet door hulpverleners in te zetten om de bestaande klachten (depressie, angststoornis, suicidaliteit, ..) aan te pakken en de transpersoon met moeilijkheden te empoweren.

We verwachten van de overheid dat zij op de juiste niveaus belissingen neemt die tot de volgende gewenste resultaten leiden.

  • Een einde aan het diagnostiseren van transgenders met een psychiatrische diagnose. Gendervariante personen zijn niet gek. Handhaving van deze diagnose is handhaven van mensenrechtenschendende procedure.
  • Snelle spreiding van chirurgische en endocrinologische zorg over het land. Overal zijn endocrinologen en chirurgen met ervaring op dit gebied. Wouter Bos stelde recent in Nieuwsuur dat VUmc niet wil monopoliseren dus dit moet niet op onwil stuiten.
  • Snelle – vooroordeelvrije – oplossing van het enorme tekort aan kennis jegens de problemen waar gendervariante mensen (onder wie transgenders) tegen aan lopen. Einde aan het one size fits all beleid. “Volledige behandeling” is niet voor iedereen gelijk.
  • Sterke diplomatieke steun vanuit Nederland binnen de WHO voor depathologisering van transidentiteit en steunen of formuleren de progressiefste voorstellen van de ICD.

Voor ons hangt het punt van een andere zorg ook samen met het eerst punt van het bestrijden van holebi- en transfobie. Naast dat goede zorg een basisrecht is dat verankerd is in diverse mensenrechtenverdragen, heeft het een positief effect op de suicidaliteit die zoals bekend zeer hoog is onder transgenders.
Het erkennen dat mensen heel verschillende genderidentiteiten en expressies kunnen hebben en dat ze daarbij soms medische ondersteuning nodig hebben, zou moeten leiden tot een meer faciliterende zorg. Niet meer op een one size fits no-one georiënteerd model.

Wij spreken veelvuldig van burgers en zo min mogelijk van cliënten of patiënten om ook een impliciete medicalisering zoveel mogelijk te voorkomen. Transgenders zijn net als andere burgers individuen in een sociale leefwereld. Het grootste verschil met veel andere groepen burgers is hun achterstand, de discriminatie en achterstelling waar ze mee te maken hebben.

Samenvattend: Bestrijd genderstereotypen door onderwijs en voorlichting, beschermende maatregelen wegens kwetsbaarheid en achterstelling. Neem transgenders serieus, ook in de zorg.

1 Naschrift: Inmiddels is duidelijk dat de DBCs er zijn en er vermoedelijk sprake is van mismanagement en onverantwoord lage zorginkoop. Tot dit is opgelost, blijven de problemen bestaan.

Leave a comment

Leave a Reply

%d bloggers like this: