Voorlopig niet. Want de meest nabije progressieve wijziging in classificatiesystemen – staat het er niet in, dan wordt het niet erkend – geven ons nog altijd het label “gender incongruentie” of “genderdsyforie”. En omdat het gender betreft dat met geslacht te maken heeft, krijgt het een speciale lading. Tegelijk zijn er mogelijkheden tot een andere benadering van zorg die her en der al werkelijkheid zijn. Dit artikel gaat daar nader op in.
Hoe ziet het eruit? In het kort is de sitatie in Nederland de volgende: er is transitiezorg beschikbaar op enkele plekken in Nederland. Het gros gaat (moet) naar the VUmc in Amstedam Buitenveldert. Aleen wie in de noordelike provincies Groningen, Friesland en Drenthe woont, mag naar het genderteam aan het UMCG in Groningen. Maar zodra dat dik meer dan 15 aanmeldingen per jaar worden, gaat ook daar vertraging optreden. En omdat de pijplijn in Amsterdam ook voor de transjongeren verstopt zit met 200 aanmeldingen, is er een ‘dependance’ in Leiden aan het LUMC. Wettelijk is er niets tegen om zelf je zorg te regelen: een kundig psycholoog checkt hoe je er in staat, een endocrinoloog schrijft je hormonen voor en controleert hoe dat gaat en een plastisch chirurg met ervaring in het betreffende veld verricht de operatieve verrichtingen. Tot aan juli as. zijn dit ook de voorwaarden om je paspoort en andere documenten gewijzigd te krijgen. Na juli is het aan jezelf of en welke medische ingrepen je wilt laten verrichten. Nergens in Nederland mag men dat eisen of van je verwachten om in je “nieuwe” genderrol te leven en geaccepteerd te worden. Dat wel eisen, heet discriminatie en is strafbaar. De wet zegt niet dat je niet zelf je medisch pakket mag samenstellen, sterker nog: keuzevrijheid is een vastgelegd recht – zij het soms met finianciële consequenties vanwege de rol die verzekeraars vervolgens hebben met privaatrechtelijke afspraken met zorgverleners. En aangezien er geen ‘DBC trans’ bestaat, is er niets geregeld van deze aard. VUmc en de overheid zien het niet graag gebeuren dat je naar elders gaat. Amsterdam is aangesteld aan kenniscentrum voor wat men nu weer “genderdysforie” noemt en een hele tijd “genderidentiteitssstoornis” heette.
In België is de sitatie niet heel anders. Zeer beperkte psychologische steun rondom de medische ingrepen en eigenlijk alleen Gent in Vlaanderen waar je naar toe kunt voor het medisch traject. En om je papieren te wijzigen is het voorlopig nog verplicht ook om eerst heel het medisch traject doorlopen te hebben. Ook in België is een proces gaande tot wetswijziging, maar dat duurt nog even. Aan de overkant in het Verenigd Koninkrijk is de zaak wat complexer. Enerzijds hoef je geen medische behandeling te ondergaan teneinde je papieren te veranderen, maar je moet welvoor een Gender Recognition Panel verschijnen met brieven van twee onafhankelijke psychiaters. DIe moeten bevestigen dat je trans genoeg bent. Dan krijg je je nieuwe jongens- of meisjesdiploma.
Nu is het zo dat bij het afschaffen van de diagnose en dus de verplichte gang langs de keuringspsycholoog, alle belangtrijke officiële protocollen in de weg staan. De verouderde ICD-10 van de WHO, de net opgefriste DSM-5 en ook de recente WPATH Standards of Care 7. Alle houden ze hardnekkig vast aan de psychiatrische diagnose. Alle zijn ze daarom ook beperkt bruikbaar. Het lijkt erop dat de strijd het hevigst woedt in de WPATH waar steeds meer transpersonen aan deelnemen (ook als zorgprofessionals) en de globale spreidng ook sterker wordt en Westers perspectief minder belangrijk wordt.
Het depatholiogseringsperspectief is nog niet doorgedrongen tot de belangrijkste professionals. Zoals de nood tot demedicalisering en emancipatie ook nog niet bij genoeg transen zelf is doorgedrongen. Jarenlang hebben we geleerd de wereld op z’n kop te zien. Geleerd dat transmensen raar, ziek, zondig, gek of in elk geval niet ‘normaal’ zijn. Maar nu transgenders meer en meer ontdekken dat het vooral ontbreekt aan maatschappeilijke steun, rechten en mogelijkheden, en men ook meer merkt dat we niet allemaal hetzelfde zijn qua genderidentiteit, dat er meer mogelijkheden zijn en dat slechts twee van de vele mogelijkheden erkend worden, durven we ook meer te groeien, meer onszelf te zijn.
Gegeven het rechtse politieke en morele klimaat dat in grote delen van wereld heerst zal het nog wel even duren voor de ideeën dat genderidentiteit een ruim verschijnsel is, en dat de problemen vooral maatschappelijk zijn en evt. met coping te maken hebben, echt doordringen. En dan duurt het nog een tijdje voor ze in wetgeving of wetenschappelijke adviezen en medische classificaties terecht komen.
Soms is het meer een kwestie zijn van zaken uít wet- en regelgeving halen. En misschien dat dat over drie jaar al kan: geen controle meer door een psycholoog die altijd beter weet dan wij, (daarom zit zhij op die stoel tenslotte). Daarna is er geen reden meer voor een one size fits all traject zoals dat nog steeds wordt aangeboden.