Call me Kuchu

Toen ik vrijdag aan mijn inleiding werkte, zag ik het volgende bericht:

Verwerping, angst, schaamte, schuld, ziekte, dakloosheid, armoede en degelijke overheersen in de LGTBi gemeenschap in Jinja, Oost-Oeganda. Vanwege het stigma dat veroorzaakt wordt door de Oegandese strafwet, religieus onderwijs, culturele overtuigingen en de negatieve berichtgeving van pers en media. Deze haatcampagnes waar politiek leiders aan deelnemen hebben onze levens verwoest.”

Dit bericht geeft goed aan wat de gevolgen zijn van een negatieve houding ten opzichte van mensen die anders zijn. Want deze weerzin tegen niet-heteroseksuelen geldt ook tegen mensen met een handicap, of met epilepsie, gekte …

In mijn praatje probeer ik u een beeld te geven van de achtergrond van de film. Meer dan wat kranten en nieuwsrubrieken vertellen of dan ik in Wordt Vervolgd heb gevonden. Over activisten, een moordwet, dollars, kolonialisme en religieus imperialisme in Oeganda.

Woorden

De film die u zo gaat zien gaat over de gemeenschap van kuchus in Oeganda. Kuchus is een regionale term voor transgenders, homo’s, biseksuelen en lesbo’s. Men identificeert zich niet perse als “gay” zoals zovelen hier wel doen. Dat soort benamingen zijn eigenlijk erg lokaal. Taal, tijd- en cultuurgebonden. Ook is daar de westerse scheiding tussen L, H, B en T (laat staan I, van interseks) niet zo strikt als hier. Gender-anders zijn komt overal voor, altijd al. Seksueel anders-zijn ook.

 

call-me-kuchu En nog even iets meer over woorden: Het is pas recent dat we het in Nederland “gay” noemen. Voorheen hadden we het over flikkers en potten. Transgenders gebruiken onderling nog wel eens “ombouwen”als het over hun transitieproces van één gender naar een ander gaat. Uit zelfspot, dan wel om de ”buitenwereld” te citeren. Maar ombouwen is een racefiets naar een fixie, een doortrapper veranderen, een schuur naar een bijkeuken. Maar niet mensen van één gender naar een ander. U moet het dus niet gebruiken.

Zaken als een andere seksuele voorkeur of genderovertuiging liggen door de koloniale geschiedenis in Afrika heel anders. Een van de belangrijke argumenten van de homohaters is dat homoseksualiteit een westers importproduct is, dat seksueel en gender-anders zijn on-Afrikaans is. Onder meer daarom is het belangrijk het over kuchus te hebben en niet over homoseksuelen en transgenders. Dat zijn westerse begrippen die men maar ten dele zelf hanteert.

377

Toen de Engelsen Oeganda koloniseerden in 1894 hebben ze een homovijandige strafwetgeving ingevoerd. Sectie 377 van het Britse strafrecht gold in alle Britse koloniën en heeft overal veel schade aangericht Zo is het op Barbados in de Cariben nog steeds streng verboden iemand tegennatuurlijk te bekennen, zoals dat archaïsch heet. Dat levert je levenslang op. Het is een van de 76 landen waar homoseksualiteit nog strafbaar is. Vaak geldt dat ook voor gender-non conform gedrag.

De in behandeling zijnde anti-homowet in Oeganda wil op verergerde homoseksualiteit, herhaalde arrestatie wegens homoseksuele gedragingen, de doodstraf zetten. Op Jamaica met dezelfde koloniale erfenis, worden regelmatig homo’s, lesbo’s en transgenders in elkaar geslagen, gedood en eventueel ook nog onthoofd en gevierendeeld. In het Verenigd Koninkrijk zelf zijn deze wetten al een tijd afgeschaft. In India is een paar jaar geleden door het Hooggerechtshof sectie 377 Sr ongrondwettig verklaard. En ook in andere landen zijn dit soort acties gaande.

De film Call me Kuchu gaat vooral over de sprankelende homorechten-activist David Kato, die kort na de start van een haatcampagne van de krant Rolling Stone vermoord werd. Een aantal anderen die nu actief zijn waren toen op een andere manier actief. De situatie noopte mensen ertoe enerzijds vaker ondergronds te gaan – voor zover dat kan – en anderzijds toch ook meer de zichtbaarheid op te zoeken en nog harder aan hun mensenrechten te werken dan voorheen.

Tableau de troupe

Ik ga nu een aantal personen aan u voorstellen die u deels in de film gaat zien, en die deels op andere manieren belangrijk zijn in de strijd.

David Kato was de eerste mensenrechtenactivist in Oeganda die openlijk homo was en als homoman voor seksuele en genderrechten streed. Hij is de hoofdpersoon van de film.

In dezelfde tijd was ook Victor Mukasa al actief als lesbisch/transgender activist in Oeganda. In 2007 heeft hij/zij de Felipe de Souza prijs voor LGBT mensenrechten-verdedigers gekregen. Omdat Victor er van verdacht werd lesbisch te zijn werd hij/zij door zijn/haar familie uitgestoten – een dode vader was meer waard dan een levende kuchu. Hij/zij is tijden dakloos geweest. Politieagenten hebben hem/haar meermaals in elkaar geslagen. Omdat ze weten dat hij/zij als transgender lesbo leeft. In 2005 is zijn huis doorzocht en overhoop gehaald.. Documenten zijn meegenomen, zonder huiszoekingsbevel. Hij heeft de betreffende functionaris aangeklaagd. Victor woont niet meer in Oeganda, maar leidt noodzakelijkerwijs een reizend bestaan. Hij is nog steeds mensenrechtenverdediger.

Wanneer Cleo zich niet kleedt en gedraagt als de vrouw die ze innerlijk is, ziet ze er uit als een modieuze homoman. En dat is heel gevaarlijk. Ook zij is meermalen mishandeld. Maar zij is wel de eerste transvrouw die direct het parlement heeft aangeschreven over de Kill the Gays Bill. En heeft aangegeven dat ze daarmee meer dan praktijken strafbaar stellen, levens vernietigen. Ik denk dat we nog veel van haar gaan horen.

Nikki is kuchu en transgender lesbo, hij is veiligheidscoördinator voor Trans Support Initiative. Dat houdt in mensen opvangen, veiligheidsproblemen proberen te voorkomen door mensen te helpen verhuizen. En hij organiseert mee in alle activiteiten in Oeganda om kuchus samen te brengen en te houden.

Ook Pepe Onziema is een transgender lesbo, kuchu. Pepe is programmaleider voor SMUG en heeft internationale leiderschapscursussen mogen doen voor mensenrechten-verdedigers. Hij heeft de Clinton Global Citizen Award gekregen. Op deze manier worden belangrijke personen uit de beweging beschermd. Pepe is ook een tijdje in Den Haag op adem gekomen in een project waarin Den Haag haar poorten opent voor mensenrechten-verdedigers de dan meteen praktische vaardigheden kunnen bijleren.

Kasha Jacqueline is openlijk lesbisch en wordt gehaat door vele homofoben. Zij is de directeur van Freedom And Roam Uganda (FARUG). Voor haar volharding heeft ze in 2011 de Martin Ennals prijs van Amnesty International gekregen. Ze lijkt het nieuwste gezicht te zijn in het buitenland, voor de kuchus.

Frank Mugisha is all over the place tegenwoordig. Hij is de nieuwe coordinator van SMUG. Frank heeft in 2011 de Robert F. Kennedyprijs gekregen van de gelijknamige stichting en ook de Thorolf Raftoprijs (die hangt samen met de Helsinki-akkoorden). En ten laatste heeft minister Clinton in uagustus 2012 nog de hele gemeenschap van kuchus de State Department mensenrechtenprijs uitgereikt in Oeganda. Paar dagen later was de eerste Pride die ook ‘opgerold’ is. Maar wel gehouden!

Er lijkt dus een strategie uitgezet te zijn, om de zichtbaarste Oegandese LHBT mensenrechten-activisten zoveel mogelijk bescherming en zichtbaarheid te geven.

 De tegenstander

De hele strijd in Oeganda waarin David Kato het beroemdste slachtoffer is geworden, is behalve vroeger door de Britten en de katholieke kerk, de laatste jaren vooral door evangelische Amerikanen opgestookt. Een groot deel van de ellende is begonnen toen in 2008 Scott Lively en Lou Engle met duizenden dollars naar Oeganda kwamen en daar de – veelal bekrompen – pastores ging vertellen over hoe zeer homoseksualiteit vies en eng en tegennatuurlijk was. En dus tegen Gods heilige woord. Sowieso is seksuele voorlichting ook iets wat moeilijk ligt. Er ligt ook een wetsvoorstel om HIV testen te verbieden, want dat leidt alleen maar tot meer seksualiteit. En als het niet op reproductie is gericht, is het fout.

In Oeganda is het grootste probleem nu vooral parlementslid David Bahati die de wet heeft ingediend die hem er perse door wil krijgen. Plus parlementsvoorzitter Rebecca Kadaga die de Oegandezen deze wet als “kerstkado” had willen geven.

En dan is er pastor Martin Ssempa die fanatiek en luid met verhalen en beelden van een extreme subscene uit homoland de mensen schoolt tot homohaters. Zo extreem als Ssempa is, doet erg denken dat hij zelf in ontkenning is voor zijn homoseksuele gevoelens. Kasha daagt hem dan ook uit aan te tonen dat ie geen kasthomo is.

Door de enorme strijd die nu gevoerd wordt en de enorme maatschappelijke druk is het tijd langzaam ten goede aan het keren. As het voorheen ongeveer de hele bevolking die niets van homo’s (etc.) moest hebben, is de verhouding nu ongeveer 2 op de 5 die zegt : laat ze toch. Dat is nog niet veel. In getal noch in kwaliteit. In een moordend klimaat is tolerantie al heel wat. Wanneer de Anti-homowet – die dus ook tegen biseksuelen en transgenders en intersekse mensen werkt – eenmaal van tafel is, moeten we niet de pogingen opgeven. Moeten we niet de activisten laten vallen als een baksteen. Want de evangelischen zullen ook niet rusten.

Dan begint de strijd pas echt. United we stand, divided we fall. Aluta continua.

 

Inleiding gehouden bij de vertoning van “Call me kuchu” in Plaza Futura Eindhoven voor Movies that Matter on Tour, op 11 maart 2013.

Leave a comment

Leave a Reply